Hoofdstuk 1    LIDMAATSCHAP

Artikel 1
Lid van de vereniging kunnen zijn, personen waarvan naar redelijkheid niet verwacht wordt dat zij door woord en/of daad, of door het na komen van zijn of haar verplichtingen jegens de vereniging, haar goede naam in gevaar brengt of op andere wijze de belangen van de vereniging benadeelt, of zulks tracht te doen.

Artikel 2
Het lidmaatschap wordt verkregen door aanmelding via de site of schriftelijk.

Artikel 3
Voor het lidmaatschap geldt een minimale leeftijd van 2 jaar. Voor de wachtlijst geldt geen minimale en maximale leeftijd.

Artikel 4
1. Het bestuur, in het bijzonder de ledenadministratie, beslissen omtrent het verkrijgen van een lidmaatschap van de vereniging.
2. Bij trainingsgroepen is iedereen (m/v) welkom.
3. Bij wedstrijdgroepen kunnen alleen die leden worden toegelaten, die door middel van een jaarlijks te houden spotlightweek zijn geselecteerd. Iedereen is vrij om zich daarvoor op te geven.
4. Alle leden zoals vernoemd in de Statuten alsmede het Huishoudelijk Reglement zetten zich belangeloos in.

Artikel 5
Indien de toelating van een lid wordt geweigerd, dan wordt hij of zij niet als lid aangenomen, waarvan hem of haar kennis wordt gegeven.

Artikel 6
Een lid dat door woord en/of daad, of door het niet nakomen van zijn verplichtingen jegens de vereniging de geregelde gang van zaken in de vereniging bemoeilijkt, haar goede naam in gevaar brengt of op andere wijze de belangen van de vereniging benadeelt, of zulks tracht te doen, kan door het bestuur, voor een door het bestuur te bepalen tijdsduur van onbepaalde tijd geschorst worden of uit zijn of haar lidmaatschap worden ontzet (royement, statuten artikel 5 lid 4).

Artikel 7
De betrokkene kan tegen zijn schorsing beroep instellen. Dit beroep dient te worden ingediend binnen één (1) maand nadat het betreffende besluit aan de geschorste is medegedeeld, en wel bij beroepschrift, in te dienen bij de ledenadministratie van de vereniging.

Artikel 8
Het bestuur kan de schorsing en ontzetting opheffen met toestemming van de algemene ledenvergadering.

Artikel 9
Leden, die na twee schriftelijke aanmaningen tot betaling van de aan de vereniging, uit welke hoofde dan ook, verschuldigde gelden, in gebreke blijven aan het verschuldigde te voldoen, kunnen door het bestuur worden geschorst resp. na drie maanden uit het lidmaatschap worden ontzet.
De aanmaningen mogen niet worden verzonden met een tussentijd van minder dan 14 dagen, terwijl tussen de tweede aanmaning en het besluit van het bestuur tenminste 14 dagen moeten zijn verlopen.

Artikel 10
Een wegens wanbetaling geroyeerd lid kan weer als lid worden aangenomen indien het verschuldigde bedrag aan contributie is voldaan. De beslissing van groep van plaatsing en aanvang lessen ligt bij het bestuur.

Hoofdstuk 2    VERGADERINGEN

Artikel 1
Voor de ledenvergaderingen gelden de volgende bepalingen:
1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering en het handhaven van de orde.
2. Na de opening van de vergadering wordt verantwoording afgelegd over het afgelopen boekjaar. De notulen van de jaarvergadering worden op de site geplaatst. Het secretariaat stuurt hierover een mail aan alle leden van de ledenadministratie.
3. Wanneer de mail is verstuurd hebben alle leden de gelegenheid om binnen een maand eventuele op – en/of aanmerkingen aan de secretaris bekend te maken. Deze worden tijdens de eerstvolgende ledenvergadering bekend gemaakt aan de overige leden.
4. Indien een spreker afwijkt van het onderwerp, dat in behandeling is, roept de voorzitter hem tot het onderwerp terug. Bij herhaalde afwijking kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
5. Amendementen of voorstellen kunnen staande vergadering ingediend worden.
6. De voorzitter kan de vergadering voor een door hem te bepalen tijdsduur schorsen, indien hij dit nodig acht.

Artikel 2
Bestuursvergaderingen worden gehouden zo vaak als de voorzitter of bestuursleden dit nodig achten.

Artikel 3
Bestuursvergaderingen hebben in het algemeen tot doel het toekomstige beleid van het bestuur vast te stellen en ook uit te voeren.

Artikel 4
Bestuursvergaderingen worden onder opgaaf van te behandelen onderwerpen bijeengeroepen. De voorzitter bepaalt de datum, plaats en uur van samenkomst.

Hoofdstuk 3    STEMMINGEN

Artikel 1
Hoofdstuk 3 is in overeenstemming met artikel 11 van de statuten.

Artikel 2
Behoudens uitzonderingen in de bepalingen van de statuten en het huishoudelijk reglement worden alle besluiten genomen en geschieden alle benoemingen met gewone meerderheid van stemmen.
Bij staking van stemmen over zaken is een voorstel verworpen.
Heeft bij stemming over personen niemand de meerderheid verkregen, dan wordt herstemd tussen de personen die de meeste stemmen op zich hebben verenigd.
In het laatste geval is degene gekozen, die de meeste stemmen verkrijgt. Bij herhaalde staking van stemmen over personen beslist het lot. Stemmingen over zaken dienen bij voorkeur mondeling of bij handopsteken te geschieden. Stemmingen over personen dienen bij voorkeur met ondertekende briefjes te geschieden.

Artikel 3
De voorzitter is bevoegd om, indien de statuten of huishoudelijk reglement stemming vereist, een schriftelijke stemming uit te schrijven.
De voorzitter bepaalt de plaats en datum.
Het bestuur benoemt een commissie die de stemming leidt.
Deze commissie bestaat uit 3 stemgerechtigde leden. Ze geeft stembriefjes uit en houdt aantekening van leden die ter stemming verschijnen. Ze draagt er zorg voor, dat de stemming geheim blijft. Ze zorgt ervoor dat een lid slechts eenmaal zijn stem kan uitbrengen. Ook zorgt zij ervoor, dat iedere uitgebrachte stem direct in de stembus verdwijnt. Ze telt na afloop de stemmen en brengt hiervan verslag uit aan de voorzitter, die het resultaat openbaar maakt.

Artikel 4
Van onwaarde zijn stembriefjes:
1. Welke een persoon niet duidelijk aanwijzen.
2. Waarop namen voorkomen van personen, die niet verkiesbaar zijn.
3. Waarop meer namen voorkomen dan het aantal te verkiezen personen staat.
4. Welke meer bevatten dan strikt noodzakelijk is tot duidelijke aanwijzing van de pers(o)on(en) die bedoeld is/zijn.
5. Welke onleesbaar zijn.

Hoofdstuk 4    COMMISSIES

Artikel 1
Al naar omstandigheden kan het bestuur, eventueel met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, een of meer commissies instellen, de taak van de commissies vaststellen, de leden van een dergelijke commissies benoemen, of die benoeming weer intrekken.
Commissies als geheel en de leden daarvan afzonderlijk zijn gehouden het beleid te allen tijde tegenover het bestuur schriftelijk dan wel mondeling te verantwoorden.
De door commissies genomen besluiten kunnen door het bestuur vernietigd worden indien het bestuur deze besluiten strijdig acht met het belang van de vereniging of de taak van de commissie.

Artikel 2
De leden van de kascommissie dienen de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt.

Hoofdstuk 5    GELDMIDDELEN

Artikel 1
De grootte van de verenigingscontributie zal door het bestuur worden voorgesteld aan de algemene vergadering, waarbij deze door de algemene vergadering wordt vastgesteld.

Artikel 2
1. De contributie bestaat uit een vast bedrag per maand waarbij 10 maanden gelden als een volledig jaar, omdat juli en augustus geen contributie verschuldigd is.
2. Opzeggen van het lidmaatschap gedurende het dansseizoen (lopende van 1 april tot en met 31 maart)  is mogelijk per half jaar. Indien het lidmaatschap wordt opgezegd in de eerste helft van het dansseizoen (1 april t/m 30 september), kan er restitutie contributie aangevraagd worden voor de 2e helft van het dansseizoen (= 5 maanden). Indien er wordt opgezegd na 30 september, is geen restitutie mogelijk voor de rest van het dansseizoen.
3. De contributie wordt geïnd via automatische incasso. In geval van zwaarwegende belangen kan het bestuur toestemming geven om een alternatieve betaalwijze te hanteren.

Artikel 3
Bij financiële moeilijkheden kan een lid zich bij het bestuur vervoegen, dat hem, na een onderzoek te hebben ingesteld, geheel of gedeeltelijk van contributie kan ontheffen.

Artikel 4
Leden die zitting hebben in het bestuur, alsmede train(st)ers die niet zijn aangesloten bij een dansgroep zijn gevrijwaard van het betalen van de contributie.

Artikel 5
Bij evenementen georganiseerd door de vereniging, waarbij de inzet wordt vereist door één der bestuursleden c.q. train(st)ers die niet zijn aangesloten bij een dansgroep, zal uitvoering gegeven worden aan deelname van dat evenement.

Artikel 6
Kosten door leden in opdracht van het bestuur gemaakt worden vergoed na indiening van een declaratie binnen een termijn van twee (2) maanden.

Artikel 7
De reiskostenvergoeding verbonden aan reizen naar uitvoeringen/toernooien waarbij ouders/leden gevraagd zijn voor het vervoer te zorgen worden bepaald aan het begin van het seizoen (reiskostenvergoeding) . Deze vastgestelde regeling zal op de site vermeld worden.

Hoofdstuk 6    WIJZIGINGEN

Artikel 1
Wijzigingen en aanvullingen in het huishoudelijk reglement worden schriftelijk bekendgemaakt, tenminste een maand voor de inwerkingtreding ervan.

Hoofdstuk 7    SLOTBEPALINGEN

Artikel 1
Elk geschil omtrent de uitlegging of toepassing van de bepalingen van dit huishoudelijk reglement en in alle gevallen waarin het huishoudelijk reglement niet voorziet, beslist het bestuur, behoudens zijn verantwoordelijkheid aan de algemene ledenvergadering.

Artikel 2
1. De vereniging verschaft de wedstrijdleden het volgende:
a. Vest
b. Danstenue
c. Panty
d. Schoenen
e. Tas
2. Er zal een borg van 75 euro worden gevraagd voor het in bruikleen hebben van bovenvermelde artikelen, met dien verstande:
a. Dat bij het zoek raken van één der artikelen de kostprijs zal worden doorberekend voordat een nieuw wordt uitgereikt.
b. Dat bij het niet volledig, schoon of beschadigd inleveren van één der artikelen de borg niet zal worden geretourneerd. Daarbij komt nog door het bestuur een nader te bepalen schadebedrag.
3. De borg wordt gelijktijdig met de contributie betaald.
4. Bij het niet toetreden na de afgesproken proefperiode van een wedstrijdgroep en na inlevering van de reeds uitgereikte artikelen zal de borg alsmede het teveel betaalde aan contributie worden geretourneerd.
5. Bij uitvoeringen dienen de daarvoor beschikbaar gestelde danstenues te worden gedragen, zonder toevoeging van eigen kleding en/of sieraden. Bij aankomst, pauze en vertrek zal het beschikbaar gestelde vest worden gedragen.
6. Buiten uitvoeringen mag geen van de artikelen worden gedragen. Onderhoud van de artikelen dienen door de leden uitgevoerd te worden. Bij onvoldoende onderhoud is het bestuur gerechtigd de kosten te verhalen op het verantwoordelijke lid.

Eersel, april 2001.
Gewijzigd op november 2006.
Gewijzigd op 24 mei 2012
Gewijzigd op 2 juni 2016
Gewijzigd op 9 juni 2021